Het zet me allemaal wel aan het denken over mezelf. Wat is er precies veranderd in me? Waarom voel ik me meer ‘vanzelf’? Er is een ‘vanzelfheid’, heel subtiel. Niks groots. Maar zo lekker!
Voorbeeld: Gisteren, zaterdagochtend, zat ik wat te hangen en wat te struinen op internet. Alvast een beetje vooruitkijken naar onze volgende bestemming. Eric was een auto aan het bekijken, samen met Carlos.
Rond half elf stond ik ineens op van mijn hangplek. Er moest wat actie komen. Niks ‘bedachts’, ik stond gewoon ineens overeind en liep naar de keuken.
De gedachten volgden hierna. Die gingen zich bezighouden met de reden om op te staan en naar de keuken te lopen. Ik bedacht dat ik het wel een goede gewoonte vond dat in Ecuador de ‘almuerze’, de
lunch, de grootste maaltijd van de dag is. Ik besloot dat ik dus nu maar een lunch ging maken. Ik haalde de tas met groenten van Karina uit de koelkast en ging ze bestuderen. Het meeste was
bekend; er zaten cilantro (korianderblad), bietjes, radijsjes, een krop sla en bosuitjes in. Verder zaten er grote bladeren in. Spinazie? Boerenkool, maar dan ‘glad’? Ik nam een blad mee naar m’n
computer en ging wat googelen en afbeeldingen bekijken. Maria (die schijnbaar eigenlijk Lolita heet, haar familie noemt haar ‘Lolis’) kwam binnen en vertelde wat het Spaanse woord voor de groente
is. Het bleek simpelweg snijbiet te zijn?!
Ze zei dat het in quiches gebruikt wordt en dergelijke.
Ik besloot te beginnen met een salade te maken. Ik begon met bosuitjes mengen met sla en geraspte rode biet. Ik vond nog een tomaat in de koelkast en deed er 2 pepita’s doorheen (een groene,
ovale vrucht die smaakt naar komkommer/peer). Een dressing met olie, azijn, honing en knoflook erbij.
Ondertussen kwam Eric thuis. De mensen die de auto verkochten, vond hij erg onbetrouwbaar overkomen, een paar dingen klopten niet. Hij besloot z’n gevoel te volgen en de auto niet te kopen. Hij en Carlos gingen meteen op internet wat andere auto’s bekijken. Eric vond het wat onbeleefd om te gaan eten als Carlos erbij was, dus ik gaf aan dat er meer dan genoeg zou zijn, ook voor Carlos. Maar ergens voelde ik dat tegen de tijd dat ik klaar was, Carlos al weg zou zijn.
Daarna kookte ik wat aardappelen en snijbiet en bakte ze op met ui en knoflook. En inderdaad; tegen de tijd dat ik klaar was, was Carlos weg.
Voor mij is dit helemaal geen normaal gedrag. Misschien aan de buitenkant wel, maar aan de binnenkant niet, om zo relaxed te ‘zijn’. En de afgelopen nacht drong het tot me door dat ik
altijd een soort ‘spanning’ van binnen heb, die er nu niet is.
In een gesprek met Eric hierover kwam ik erachter dat ik altijd een soort ‘kramp’ van binnen had, om mijn ‘vrije tijd’ met hand en tand te verdedigen. Met mensen omgaan, buiten mijn werk, daar
had ik bijvoorbeeld geen behoefte aan. Mijn vrije tijd werd bepaald door het wel of niet gaan van mijn telefoon. Dus als de telefoon niet ging en ik die dag verder niks had, dan ging ik op m’n
vrije tijd zitten broeden als een kip. Niemand mocht daar aan komen. Ik bekeek iedere dag als een tijd om ‘alvast bij te komen’, voor het geval ik er s’nachts uit moest om te werken.
En zelfs op vakantie, hield ik ‘vast’.
En nu; niks van dit. Gewoon ‘ruimte’. Ruimte voor de buitenwereld en ruimte voor de binnenwereld. Normaal had ik dus alleen maar heel veel nagedacht en besloten dat eten maken te veel gedoe was en dat we beter konden wachten tot het helder was wanneer Eric terug was en Carlos weg was. Normaal had ik de maaltijd eerst uitgepland, voordat ik ‘m ging maken. Normaal had ik er geen lol in gehad...
Eric bakte er wat kip bij voor hemzelf en de kids, dus we hadden een heerlijke maaltijd met verse groenten van Karina. En dat ik me daardoor dan weer zo gelukkig zou kunnen voelen, is bizar.
Er bleven genoeg van de groenten over voor Maria en haar man, Ramiro, dus die waren er erg blij mee. Maria vertrouwde me eerder die dag toe dat ze een hekel had aan koken.
Ramiro maakt zich ondertussen erg zorgen over mij; ‘it is a problem that you don’t eat carne’ zegt hij elke keer. Ik lach hem vriendelijk uit. Hij kan verder amper Engels praten en
dat frustreert hem enorm. Hij is duidelijk iemand die gewend is heel veel en heel hard te praten. En nu is hij afhankelijk van zijn vrouw voor alle vertalingen.
Ze nodigden ons uit voor een barbecue op zondag en ook om die zaterdagmiddag naar hot springs te gaan. De hot springs bleken op grote hoogte te zijn, vlakbij een vulkaan, op een uur rijden. Eric
en ik waren meteen enthousiast, maar we vroegen ons af wat de kinderen ervan zouden vinden.
Beer zag de ervaring meteen zitten. Hij vond het wel spannend, dat wel.
Mar keek wat donker. Ze wilde wel naar de jungle, maar dit was juist op grote hoogte. Ze ging wel mee, voor de ervaring, maar niet helemaal enthousiast.
Lem zei dat hij zijn zwembroek had weggegooid voor vertrek en dat niemand hem –levend- in water zou krijgen. Maar hij vond het wel ok om mee te gaan en daar dan maar wat rond te hangen.
Maria was daar wat ongerust over ‘it is very cold up there’, zei ze. “Maybe he can sit in the restaurant?’ gaf ze aan. Later vroeg ze door over Lem’s
redenen om niet in water te willen.
Dat is lastig uit te leggen.
In Nederland noemden ze dat ‘Asperger’, maar hier heb je gewoon mensen met gekke gewoonten, die gewoon geaccepteerd worden. Dus ik legde uit dat hij erg gevoelig was voor allerlei sensaties.
Geluid, aanraking van zon, wind, water, mensen, geuren, alles kwam harder binnen dan hij bereid was toe te laten. Mensen die Lem in de zomer door Zutphen hebben zien fietsen, weten dat hij
aangekleed is alsof het een ernstige koude winter is. Een dikke jas, een sjaal, een muts. Alleen zijn ogen pieken ertussendoor. We noemen hem ook wel ‘de terrorist’;-).
Lem heeft een groot gevoel voor humor, dus kan daar hartelijk over mee lachen.
Onderweg naar de hotsprings meende Lem in elke bocht van de weg zijn einde te vinden. Hij vind het hele Ecuador gebeuren maar niks; ‘you are just irresponsible parents’ zegt hij regelmatig. En hij gaat liever gewoon dood dan al deze ‘suffering’. Maar gaandeweg vielen er wat gaten in zijn houding. Hij moest soms lachen om gebeurtenissen buiten de auto; mensen die kip bakten en verkochten aan de straat, de vluchtelingen uit Venezuela die met rollen toiletpapier zwaaiden om aandacht te vragen voor de verkoop van hun melkdrankjes, de man uit Koeweit die bij de benzinepomp werkte en erg vriendelijk was en grapjes maakte.
En op de terugweg zong hij uit volle borst liedjes, waarin we allemaal meezongen met hem. Queen, Michael Jackson, Abba, the Beatles (‘why did they ever get famous?’ vroeg hij; “the songs are not really that interesting’), Billy Joel. En ik voel me maar gelukkig de hele tijd, een sentimentele oude dame.
We reden met 2 auto’s. Eric mocht de ute besturen van Maria, dus we reden achter hun aan. Onderweg, hoger de Andes in, zagen we overal borden met ‘attentione, osos”; pas op; beren, met daarbij een plaatje van overstekende beren. We hoopten van harte ergens een beer te zien (met name Beer hoopte dat ;-) ), maar helaas. Maria vertelde later dat ze ook nog nooit beren had gezien.
Op een gegeven moment waren we op 4 km hoogte, we voelden ons allemaal enigszins onwel worden. Druk op het hoofd, duizelig. Gelukkig lagen de hotsprings iets lager, op 3500m, dus het ging daar weer iets beter.
We werden, vlak voor de hotsprings, aangehouden door de politie. Ze wilden Eric’s rijbewijs zien en het regsitratiebewijs van Maria’s auto. Maria kwam al aanrennen toen ze zag dat we aangehouden
waren. Ze legde later aan ons uit dat de politie heel corrupt is in Ecuador. Dat ze dus vaak iets ‘verzinnen’ wat er fout is en dat ze dan graag steekpenningen aannemen. En geen kleine bedragen.
Vanaf 40 euro ongeveer. Ze zei dat ze liever de gevangenis inging dan steekpenningen te betalen. Ze vond dat het aan de mensen zelf was om de corruptie tegen te gaan, door er gewoon niet aan mee
te doen.
Haar broer is advocaat, dus ik denk dat ze daarin veel back up heeft als ze het nodig heeft.
De politie houd graag toeristen aan; en we zien er natuurlijk totaal uit als toeristen.
De bronnen bleken goed georganiseerd te zijn; er waren verschillende prachtige baden (foto) met stomend heet water. Het rook er maar heel licht naar sulfur, in tegenstelling to Nieuw Zeeland waar de hot springs allemaal heel sterk naar sulfur roken. Het lag op dat moment vrijwel helemaal in de wolken. Het was rond de 17 graden buiten. Lem vond het een prima temperatuur en ging onze spullen zitten te bewaken. Na 45 minuten in heet water, merkte ik dat de hoogte en de hitte me erg naar het hoofd stegen. Maria gaf aan dat we een eerste keer ook zeker niet langer dan een uur moesten blijven. Dus we gingen nog wat drinken en eten en in het donker terug naar huis. Eric en Beer hielden het wat langer vol dan ik, omdat ze het aandurfden in ijskoud water af te koelen tussendoor.
Omdat we bijna exact op de equatoriaal lijn zitten, is de nacht bijna even lang als de dag. Het wordt om 6 uur licht en om 18 uur donker. Toen we terugreden was het 19 u en dus helemaal donker. Daarnaast was het ook erg mistig. Eric merkte op dat zijn nachtvisie een stuk beter was dan die van Ramiro, die voortdurend op de rem stond. In een trage stoet reden we terug naar Quito (spreek je niet uit als ‘kwieto’, maar als ‘kieto’).
Terug thuis, bood Ramiro ons rum-cola aan.
Lem en Mar hadden genoeg indrukken gehad voor een dag en verdwenen naar hun slaapkamer. Beer, ik en Eric praatten nog uren met Maria en Ramiro. Maria had het druk als tolk, tijdens de gesprekken.
Om 22.30 u stond Ramiro plotsklaps enigszins gefrustreerd op en trok zich terug. Hij vond het heel rot om niet echt mee te kunnen praten. Voor een sociaal persoon als hij moet dit inderdaad heel
lastig zijn. (Gelukkig zijn er straks, bij de barbecue genoeg familieleden en vrienden voor hem om zijn behoefte te vervullen. )
Ik verwacht elk moment het oude vertrouwde gevoel van spanning weer terug te krijgen, maar tot zover blijft het heel ruimtelijk en vanzelf in mij. Eric merkt dat ook aan mij en is daar heel blij over. Hij geniet zelf ook enorm, maar is wel gewend om zo te kunnen genieten.